Cookie beleid SC Franeker

De website van SC Franeker is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Voetbal in Franeker, het begin...

Voetbal in Franeker, het begin...

9 december 2018 23:45


Als de hedendaagse voetballer zich op het sportcomplex van de Sc Franeker begeeft gaan zijn gedachten uit naar de te spelen wedstrijd. De voetbalvrienden worden opgezocht in de kantine of langs de lijn. Het gesprek verplaatst zich van die positie naar de kleedboxen alwaar de voetbalverhalen en -analyses de revue passeren. Voetbalverhalen over de tegenstander, voetbalverhalen over de reeds gespeelde of nog te spelen betaald voetbalwedstrijden van dat wekend. Analyses over de foute strategie van hun favoriete voetbalclub, de vreemde wissels. Het past bij het beeld van het hedendaagse voetbal. Het voetbal in Franeker bij de plaatselijke Sportclub. Geen van hen zal zich bewust zijn van de lange weg die het voetbal in Franeker heeft afgelegd. De ouderen, altijd nog goed vertegenwoordigd langs de velden van de Sc Franeker, verhalen er soms van. Over de tijden van Zwaluwen, FRENO en Froonacker, over de bijzondere mensen die een belangrijke bijdrage leverden aan het voetbal in Franeker en over de vele perikelen die een vereniging eigen waren en zijn.

Franeker was en is de kaatsstad. Het voetbal leeft naast het kaatsen en de overige sporten in de oude universiteitsstad. Voordat het voetbal zich een plaats verwierf in het kaatsende Franeker gingen er heel wat gesprekken en gebeurtenissen aan vooraf. Toen in 1904 de nog onbekende voetbalsport haar intrede deed in de gesprekken tijdens en na de PC leverde dit nog geen eerste stappen op in het verwezenlijken van het voetbal in Franeker maar wel een proces-verbaal wegens openbare ordeverstoring. De voetbalsport leefde dus wel onder de mensen... Vanwege de toenemende belangstelling van de landelijke sportbladen voor het spel en met name de werking van de behaalde bronzen medaille door het nationale elftal tijdens de Olympische Spelen van 1908 in Londen kon de fundamentele discussie niet langer uitblijven. In september 1909 werd er aan de stamtafel van café de Bogt van Gunee na een heftige uitwisseling van de pro's en contra's besloten het praten over voetbal uit te bouwen. Tijdens een bijeenkomst van voetballustige inwoners van Franeker werd op 5 oktober 1909 in café het Hof van Holland de eerste voetbalclub opgericht. Onder voorzitterschap van onderwijzer Hijltje Steegstra werd de voetbalvereniging Quick bij de Friese Voetbal Bond (FVB) ingeschreven teneinde aan de FVB-competitie te kunnen deelnemen. Een ledental van 14 voetballers en een oefenveld op het Sjukelan. Oefenen op de grond van kaatsers werkte niet en na de nodige schermutselingen tussen de voetbal- en kaats-Franekers werd door Jan Tanja, eigenaar van het Stationskoffiehuis en -hotel, de mogelijkheid geboden de voetbalsport te beoefenen op het weiland ten oosten van zijn etablissement. Tegen een redelijke vergoeding werd er tweemaal per week een uur getraind en kon er op zondag een wedstrijd worden gespeeld. De zich nog immer in 'eigen' sportkleding en - schoeisel kledende spelers.

J. TANJA Bonds-Hotel - Café-Restaurant Stations-schoeisel kledende spelers (alleen Koffiehuis FRANEKER 

Levi van der Woude, een der oprichters van Quick, beschikte over echte voetbalschoenen) konden zich verkleden in de nabijgelegen stallen behorende bij het domein van Jan Tanja. De greppels naast het weiland werden opgevuld, afspraken over onderhoud werden gemaakt en twee doelpalen werden aangekocht. Over de lat werd niet gerept. Ruim twee jaar werd er gevoetbald op dit 'eigen' terrein. Quick haalde goede resultaten in de competitie maar het ledental groeide niet in voldoende mate -in 1912 telde het aantal leden 42- en de belangstelling bleef uit. Voetbal was een luidruchtige sport en ondervond onvoldoende draagkracht binnen de gemeenschap van Franeker. Toen tot overmaat van ramp in het najaar van 1912 het weiland een woonbestemming kreeg en verkocht werd aan de gemeente stond Quick voor hetzelfde probleem als in 1909, het ontbreken of liever verdwijnen van een groene grasmat. De club stond op dat moment, er waren geen andere mogelijkheden voor het verkrijgen van een veld, niets anders te doen dan een opheffing. Opheffing was één, maar verdwijnen van voetbal is twee. Het bleef natuurlijk kriebelen en het spel dat door zoveel mensen een warm hart werd toegedragen zoals naast de eerder beschreven Jan Tanja en Hijltje Steegstra ook Gerard Dirk Swaneneburg de Feije, geneesheerdirecteur van het krankzinnigen gesticht en de fabrikant Jan Sinninghe Damsté, bleef de gemoederen in Franeker bezighouden. Zelfs tijdens de PC. In 1916 ontmoetten Jan Meindersma en Karel Lotsy elkaar tijdens de PC. Jan Meindersma was, voordat hij van Leeuwarden naar Franeker verhuisde, captain van het eerste elftal van Frisia geweest. Hij was de grote animator van het voetbal in Franeker, evenals Hijltje Steegstra. Hijltje bleef zich tot eind 1919 inzetten voor een officieel voetbalveld in Franeker. Na zijn terugkeer uit Ried in 1921, hij werd hoofdonderwijzer aan de Kleyenburgschool, nam hij zitting in de commissie van lichamelijke opvoeding en was een fel voorstander van een sportcomplex. Op 3 augustus 1931 werd hij benoemd als hoofd in Amsterdam. Karel Lotsy, een groot voetballiefhebber, die in de jaren dertig beroemd en berucht werd om zijn donderpreken als coach van het Nederlands elftal en latere KNVB-voorzitter, was gelegerd in de kazerne te Franeker. Op de PC kwamen ze elkaar tegen, en raakten in gesprek over voetbal waarbij Meindersma de problemen aanroerde die in Franeker bestonden tussen het kaatsen en voetbal. Lotsy, niet bekend met de kaatssport werd later door de kaatsers Kobus Jellema en Jan Vlietstra voorgelicht over de spelregels van het kaatsen. Een oplossing voor de problemen was echter voorlopig niet op handen mede door de mobilisatie en de Eerste Wereldoorlog.

Door het uitbreken van de 1ste wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande mobilisatie in Nederland, werden vele jonge spelers opgeroepen. De animo voor het voetbal verdween door gebrek aan spelers en nieuwe leden. Het ledental van de FVB zakte naar een dieptepunt. In 1917 bedroeg het ledental 188 terwijl dat in 1915 nog 575 was. Na de oorlog werd het voetbal vooral een volkssport die met name in de grote steden veel aanhang kreeg. De kreet om meer en betere voetbalvelden werd steeds luider. Ook in Franeker.

Voetbalveld?

Diverse rapporten van de in 1910 opgerichte commissie voor lichamelijke opvoeding stelden de aanleg van een algemeen sportterrein, dat ook voor voetbal geschikt was, voor aan de raad. De raad achtte het gemeentelijke sportterrein De Bleek' voldoende voor algemeen gebruik. Dit terrein voldeed niet aan de vereisten en het feit dat een volwaardig voetbalveld niet op korte termijn te realiseren was betekende voor de voetbalclubs in Franeker -meestal- een kortstondig bestaan. De eerste voetbalclub die na Quick werd opgericht, was S.N.A., (Sport Na Arbeid). Deze club werd in 1921 door o.a. Jan Meindersma, Henk van Breukelen en Petrus Flapper opgericht. De eerste oefeningen werden op het Sjúkelan gedaan, maar ook toen kwam het voetbal in conflict met het kaatsen.

Op 22 maart 1922 schreef schoolmeester Hijltje Steegstra, secretaris van de eerder genoemde commissie lichamelijk opvoeding, de raad om toestemming voor gebruik van het gemeenteterrein aan de Harlingerweg, het zogenaamde opgespoten land aan de Laene.

Maar het bleef modderen met het veld. Toestemming werd er gegeven en er kon gevoetbald worden. Echter niet onder bondstoezicht want het veld was, vanwege de afmetingen, feitelijk alleen geschikt voor jeugdvoetbal onder de 15 jaar. Ook de voorzitter van het op 22 mei 1922 opgerichte Geel-Wit roerde zich in de voetbalvelddiscussie. Hij sprak zijn verwondering uit naar het college van burgemeester en wethouders over de afwezigheid van een goed voetbalveld. Het voetbal in Franeker bleef beperkt tot onderlinge wedstrijden. Immers toetreden tot de FVB was onmogelijk vanwege het ontbreken van een deugdelijk voetbalveld. Toen in 1923 het Harlinger HZC werd opgericht gingen de voetballers van S.N.A. regelmatig naar die club om op een echt veld de krachten te meten. S.N.A. en Geel-Wit werden in 1925 opgeheven omdat er steeds minder tegenstanders kwamen. Veel clubs zochten aansluiting bij de FVB en die eiste een goedgekeurd voetbalveld. 

De Zwaluwen

Slechts een paar kilometer ten noordoosten van Franeker kwam men, zo bleek later, wel tot daden. Onder de paar honderd inwoners van Schalsum waren een aantal trouwe supporters van Frisia en L.S.C. Het waren met name Auke Kramer en Bauke Dijkstra, die goede contacten hadden met Sjoerd Zandstra van L.S.C., die een eigen voetbalclub wilden oprichten. Ook Cornelis (Cees) en zijn jongere broer Rienk Anema waren voetballiefhebbers. Cees had drie jaar in Leeuwarden gewoond en was een trouw bezoeker van Frisia geworden.
De zwaluwen in 1928. Staande vlnr Cees Anema, Jaap Donia, Rienk Anema, Paul de Leeuw, Arnold Merckx jr: Tjerk Posset, Kuperus, knielend: Romke kats, Oepie Vellinga, Wietse Fortuin, Jan Althof, Paul van der Hoek.

Er werd een commissie samengesteld die de mogelijkheid van een voetbalclub in Schalsum moest gaan onderzoeken. Toen dit eenmaal bekend was geworden, meldden de eerste liefhebbers zich al gauw. Animo voldoende voor de commissie om een vergadering uit te schrijven. Op zondag 2 mei 1926 s' morgens om 9.30 uur werd een vergadering belegd in de schuur van boer Hessel Anema, de vader van Cees en Rienk. De opkomst was goed. Staande de vergadering schreef de commissie 14 leden in. Er moest een naam voor de club worden bedacht en het duurde nogal even voordat uit drie namen "Hercules", O.D.J. en "Zwaluwen" de laatste als clubnaam werd aangenomen. Cees Anema stelde voor om ook maar meteen de clubkleuren vast te stellen, maar dit voorstel werd afgewezen. Wel werd er direct een bestuur gekozen. Cees Anema werd voorzitter, Dirk Zijlstra penningmeester en Lieuwe Blanksma secretaris. Er werd een reglement opgesteld waarin onder andere de oefenintijden werden bepaald en de kosten van het lidmaatschap. Deze kosten werden bepaald op een eenmalige storting van een gulden. Een paar maanden later werd dit terug gebracht tot vijftig cent.

Wat in Franeker niet mogelijk bleek, een eigenvoetbalveld bleek in Schalsum wel mogelijk. Hessel Anema stelde kosteloos het weiland tussen de kerk en zijn boerderij ter beschikking. Het feit dat er in Schalsum een voetbalclub was opgericht, werd snel bekend in Franeker en al een paar weken later trokken nieuwsgierige Franeker naar Schalsum om naar de eerste oefeningen van De Zwaluwen te kijken. Het zag er allemaal serieus uit wat mannen onder leiding van trainer Cees Anema deden. En spoedig kwamen er verzoeken van Franekers om lid te mogen worden van Zwaluwen. Maar die werden afgewezen. Het moest een ‘ eigen’ dorpsclub blijven. Teleurgesteld vertrokken de Franekers weer naar huis.

Waren er in het begin meer dan twintig leden bezig met de oefeningen, na een paar weken werd het aantal kleiner. De animo nam af omdat niet iedereen begrip had voor de spelregels, of juist het ontbreken hiervan. En men wilde wel eens een echte voetbalwedstrijd spelen in plaats van het alleen maar trainen. Cees Anema kon ook niet voorkomen dat er nog maar weinig leden op kwamen dagen. De eerste ‘ echte’ voetbalwedstrijd van De Zwaluwen vond plaats op zondag 14 oktober 1926 tegen oud spelers van FVC, de voormalige Franeker Voetbal Club. FVC won met 2-1. Tijdens de ledenvergadering van 19 oktober 1926 werd besloten dat ook personen niet wondende in Schalsum lid mochten worden, mits hij aan bepaalde voorwaarden voldeed. Maar aanvragen uit Franeker werden afgewezen. De Zwaluwen had op dat moment nog maar acht actieve leden. Voorzitter Cees Anema vond het trainen van de leden te zwaar worden en Lieuwe Blanksma vond het niet juist dat hij als secretaris alle oefeningen mee moest doen. Besloten werd dat Liewe Blanksma de nieuwe trainer en leider werd en er voor de post van de secretaris een vacature was. Op zondag 10 april 1927 werd er een feestavond gehouden in cafe Dijkstra. De dames supportersclub uit Schalsum bood het bestuur de zelfgemaakte clubvlag in de clubkleuren zwart wit aan.

Op 17 april 1927 kondigde Liewe Blanksma zijn vertrek aan wegens een verhuizing naar Groningen. Simon Vierstra werd de nieuwe secretaris en Bauke Dijkstra de nieuwe leider en trainer. Spelers uit Franeker konden voorlopig nog niet lid worden, een aanvraag van twee personen, Tjerk Posset en Gerrit Langerak werden afgewezen. Zwaluwen had nu 16 leden en 42 donateurs waarvan ruim de helft uit de omliggende dorpen.

Voetbalverslagen

De Franeker courant gold als officieel orgaan van de kaatsbond en van de gemeente. Dus aan kaatsen en politiek werd veel aandacht besteed. Verder stond er een heel enkele keer een stukje in over plaatselijke gymnastiekuitvoeringen. Andere sporten kwamen niet aan bod en zeker voetbal niet dat in Franeker al genoeg politieke perikelen had veroorzaakt. Maar Anne Steltman, vanaf 2 december 1916 als kantoorbediende werkzaam bij Telenga's drukkerij, bracht daar verandering in. In 1926 kocht zijn broer Piet Steltman, journalist te Groningen, het pand Voorstraat 17 en liet het verbouwen tot een lunchroom. Anne en zijn vrouw Eeke van der Ploeg werden aangesteld als beheerders van de lunchroom `t Centrum. Piet was fanatiek voetballiefhebber en door hem maakte Anne kennis met het voetbal. Hij raakte helemaal in de ban van deze sport en op zijn Harley trok hij regelmatig naar Leeuwarden en Sneek. Anne begon verslagen te maken en had daar volgens redacteur Aalbers aanleg voor. In 1928 mocht Anne zich journalist noemen. Anne bleef tot zijn vertrek op 2 januari 1932 naar Leeuwarden bijna wekelijks voetbalverslagen maken voor de Franeker Courant.
Anne Steltman schreef op 11 januari 1927 zijn eerste artikel in de Franeker Courant over het voetbal in Franeker. VOETBAL- Deze bijna overal elders druk beoefende wintersport, welke door absentie van een behoorlijk speelterrein in onze gemeente Franeker, ondanks de meermalen gebleken animo niet tot ontwikkeling kan komen, begint hier ter plaatse thans weer teekenen van leven te geven...'. Stelman eindigde met “Wie helpt Franeker aan een flink sportterrein, waardoor naast kaatsen ook hier het populaire voetbal tot ontwikkeling kan komen en waarvan meer geprofiteerd kan worden dan van een watervlakte in een ijsloozen winter”.
Maar ook de hoofdredacteur van de Franeker Courant, Aalbers, was een sportman en toonde veel belangstelling voor het voetbal. Op 22 maart 1927 verscheen van zijn hand het eerste voetbalverslag in de Courant. Het verslag van de wedstrijd tussen oud spelers van SNA en FVC tegen HZC II was tevens een fel pleidooi voor een goed voetbalveld in Franeker.

Maar de noodzaak van een echt voetbalveld in Franeker werd door de meeste raadsleden nog steeds niet ingezien. Toch was er oppositie tegen deze halsstarrigheid. Met name door de radsleden Merckx, de Wind en Beintema. Indien nodig werd de situatie zoals die in Schalsum zich voordeed, aangehaald om een positief voorbeeld aan te halen. Immers B&W van Franekeradeel zag geen bezwaar in particuliere initiatieven om voetbal te promoten. Ook bij de bevolking groeide het besef dat een goed sportterrein in de stad een noodzaak was. En eind 1929 kwam de zaak eindelijk in beweging.

Bij de aanvang van het seizoen 1927-1928 moest Zwaluwen wijken van het weiland van boer · Anema. Door omstandigheden kon dit niet langer als voetbalveld dienen. De Zwaluwen verhuisde naar het weiland van Schelte Hilarides aan de Leeuwarderweg tegen een kostprijs van 25 gulden per jaar.
Door die verhuizing nam de belangstelling voor het voetbal af. Wilde Zwaluwen blijven vortbestaan moest het embargo op spelers uit Franeker worden opgeheven. In september 1928 werden Jan Althof, Tjerk Posset en Oepie Vellinga lid van de Zwaluwen.
De Franeker Courant begeleidde de ontwikkeling van de Zwaluwen door de vele wedstrijdverslagen en de toeloop bij de wedstrijden werd steeds groter. Maar de onderlinge wedstrijden begonnen de spelers te vervelen. Omdat steeds meer clubs toetraden tot de FVB, werd de keuze van tegenstander steeds beperkter.

Seizoen 1929- 1930. Staande vlnr: Ate Leight, Albert Doeve, Cees Anema, Gerrit Langerak, Jaap Donia, Teade Rispens, Wietse Fortuin, Paul van der Hoek, Jelle van der Hoek, Simon Vierstra, Cees Algera, Tjerk Posset, Wietse Tichelaar, Arnold Merckx, scheidsrechter Zijlstra. Zittend vlnr: Romke Kats, Oepie Vellinga en Jan Althof.

Tijdens de jaarlijkse ledenvergadering van 15 mei 1929 werd dan ook besloten om tot de FVB toe te treden, mits het veld werd goedgekeurd. Maar boer Schelte Hilarides stond niet toe dat het weiland werd veranderd in een permanent voetbalveld. Maar zijn zoon Hein, zelf een voetballiefhebber, kwam met het voorstel om het land achter de speeltuin van uitspanning “Rustenburg' geschikt te maken voor voetbal. Hoewel het land eigenlijk te gering van afmetingen was werd het toch enigszins aangepast aan de eisen van de bond en op 26 September werd besloten tot toetreding.
Omdat het veld bij Rustenburg nog niet officieel door de FVB was goedgekeurd, begon de eerste echte competitiewedstrijd van De Zwaluwen op zondag 13 oktober 1929 tegen Rood Geel III op het terrein aan de Lekkumerdijk in Leeuwarden. De Zwaluwen verloor met 2-1. Het doelpunt van Zwaluwen werd gemaakt door Jaap Donia. Rood Geel won door vlak voor tijd keeper Oepke Vellinga met bal en al over de doellijn te werken. Dat was, naar Engels vorbeeld, toen nog geoorloofd.
De opstelling van deze eerste officiële wedstrijd was: Oepie Vellinga keeper, Jan Althof linksback, Douwe Zijlstra spil, Piet Anema rechtsbạck, Simon Vierstra linkshalf, Auke Kramer rechtshalf, Jaap Donia linksbuiten, Klaas Polstra linksbinnen, Wietze Fortuin midvoor, Cees Anema rechtsbinnen en Horatius van der Wal rechtsbuiten.
Op zondag 3 november 1929 was het zover. Het veld bij 'Rustenburg’ was vernieuwd en De Zwaluwen zou de eerste officiële thuiswedstrijd spelen tegen Leeuwarden VI. Na jaren van aanmodderen in onderlinge wedstrijden kon het publiek dan eindelijk genieten van een echte competitiewedstrijd. Tevens zouden twee nieuwe krachten de withemden komen versterken. De twee veelbelovende voorhoedespelers, althans zo werden Arnold Merckx jr. en Paul van den Hoek aangekondigd, moesten de Zwaluwen wel tot meer goals kunnen inspireren.
Ondanks dat het terrein bijna twee kilometer buiten de stad lag, trokken die zondagmiddag ruim vijf honderd toeschouwers naar Rustenburg. Het veld was met vlaggen versierd en de verwachtingen van de toeschouwers waren hooggespannen.
Maar terwijl de elftallen zich opmaakten om het veld te betreden, kwam FVB scheidsrechter R. Ronner met de mededeling dat het veld niet geschikt was om er volgens de regels op te voetballen. Deze mededeling veroorzaakte grote opschudding bij spelers en publiek. Er werd heftig en geëmotioneerd gediscussieerd met scheidsrechter Ronner. Immers, de bond had het veld een week geleden net goedgekeurd! Maar Ronner bleef bij zijn standpunt. Vooral het ontbreken van doelnetten stoorde Ronner zeer. Dit was niet toegestaan volgens de bondsregels.
De gasten vertrokken weer naar Leeuwarden zonder een bal te hebben aangeraakt. En het publiek was erg opstandig en teleurgesteld. Het bleef dan ook nog lang onrustig bij de ontspanning ‘Rustenburg'.

Van Rustenburg naar Fristho

De FVB bleef achter het besluit van Ronner staan; het veld was niet geschikt om competitievoetbal op te spelen. Het veld opnieuw aanpassen bleek ook niet mogelijk. Er moest dus op zeer korte termijn naar een ander veld gezocht worden omdat de competitie door ging en het bestuur van De Zwaluwen het elftal niet wilde terug trekken.
De oplossing voor het veldprobleem kwam vlugger dan iedereen gehoopt had. Op dinsdag 5 november kwam Arnold Merckx jr. met de mededeling dat zijn vader Arnold Sr. directeur van de meubelfabriek FRISTHO en raadslid het veld achter zijn fabriek beschikbaar wilde stellen voor de voetbalclub De Zwaluwen.
Achter de fabriek bevond zich een weiland dat bedoeld was voor uitbreiding van de opslag voor meubelen en hout. Maar toen dat als zodanig niet nodig was, werd het verpacht aan boer Plat. Doordat zoon Arnold bij De Zwaluwen was gaan voetballen, was de betrokkenheid van Merckx Sr. bij deze club groot genoeg om te bemiddelen tussen pachter Plat en De Zwaluwen over de huur van het veld. De overeenkomst was snel getekend en het weiland werd bewerkt tot een redelijk goed voetbalveld. Op zondag 10 november, onder grote publieke belangstelling, speelde De Zwaluwen de eerste 'thuiswedstrijd tegen Dokkum 2. De gastheren wonnen met 2-1. De doelpunten werden gemaakt door Jaap Donia en Wietse Fortuin.
Eigenlijk had de wedstrijd niet gespeeld mogen worden omdat het veld niet door de FVB gekeurd was. De uitslag werd dan wel officieel geregistreerd bij de bond, maar met de restrictie dat het veld eerst gekeurd diende te worden alvorens er opnieuw een wedstrijd op gespeld kon worden. De wedstrijd van 17 november tegen Frisia 4 ging dan ook niet door.

Het veld achter de Fristho kreeg dan wel de goedkeuring van de FVB, maar echt aan de eisen voldeed het niet. Er werd door de FVB compensatie verleend omdat het voetbal in Franeker op dat moment belangrijker werd gevonden dan de afmetingen van het veld. Het veld was verre van ideaal te noemen. Er stond bijna geen gras op en voor de toeschouwers was er weinig ruimte buiten de kalklijnen om de wedstrijden te volgen. De eerstvolgende thuiswedstrijd was op 16 december 1929 tegen het op 25 mei 1929 opgerichte Aristides uit Leeuwarden. De gasten wonnen met 4-0. Op nieuwjaardag 1930 werd er een speciale wedstrijd georganiseerd tussen De Zwaluwen en oud spelers van SNA. Voor SNA kwamen in het veld Durk Ferwerda, Jetse Pottinga, Frans Keestra, Evert v.d. Schoot, Jan Aukema, Jan Keestra, Cor Nuyten, Wijtze Flapper (aanvoerder), Henk van Breukelen, Feite van Dijk en Simon Boschma. Scheidsrechter was Douwe Zijlstra. Door de harde wind en regen viel de belangstelling tegen. Zwaluwen won met 4-0. Eigenlijk wilde SNA al bij de rust stoppen omdat het veld een modderpoel was geworden en keeper Ferwerda klaagde dat hij door de modder in zijn ogen geen bal zag.

(VERSLAG VAN DEN REDACTEUR AALBERS)
DE ZWALUWEN - FVC IV (Huizum)

De voetbalsport, welke over de wereld miljoenen enthousiaste aanhangers telt, en ongetwijfeld de meest populaire sport mag worden genoemd nationaal en internationaal, schijnt thans ernstig voornemens ook Franeker te veroveren. We meenen te mogen constateeren dat ze vrijwel zonder slag of stoot in deze oude kaats-veste haar zegevierende intree zou doen, wanneer we hierover een speelterrein hadden te beschikken dat aan de nodige eischen voldoet. Zoover zijn we nog niet, doch wat niet is kan komen-, misschien heel spoedig, want de behoefte is al jaren gevoeld, onder de jongemannen en ook onder “spes patriae” heerscht een steeds groeiende animo en ze mogen zich verheugen in den krachtigen, voortdurend toenemenden steun van ouderen die 'wat in de melk hebben te brokken, financieel of op andere wijze.

Aalbers vervolgt dan met een samenvatting over het ontstaan van De Zwaluwen in Schalsum en het terrein achter de FRISTHO fabriek. Daarna: Alle begin is echter moeilijk. Naar we hoorden zal het land gedraineerd en geegaliseerd worden en wanneer dan ook voor een voldoende afzetting wordt gezorgd, het moest toch niet voorkomen dat het publiek op of over de zijlijnen staat en tusschen de open goalpalen zonder vangnetten waardoor spelers scheidsrechters en grensrechters werden gehinderd, dan zal men wellicht den volgenden winter hier te Franeker over een goed voetbalterrein hebben te beschikken. Het was zooals gezegd een spannende en interessante wedstrijd die in de beste verstandhouding werd gespeeld. Het krachtsverschil tusschen beide elftallen was gering. Het samenspel van de Huizumers was beter en ook in ander opzicht gaven ze blijk van meer routine. Doch De Zwaluwen waren ook niet voor de poes en speelden met zooveel vuur dat de bal meest op de helft van de tegenstander was. Toch wist FVC het eerst te doelpunten met een schot dat onhoudbaar was voor keeper Oepie Vellinga en zoo ging de rust in met 1-0 voor Huizum. In de tweede helft bleef dezen stand lange tijd gehandhaafd. Enkele minuten voor het einde klonk, een scrimmage voor het doel en na een mooi schot van Arnold Merckx, gejuich. Doch de buitenspelregel annuleerde dit doelpunt. Enkele der toekijkers meenden dat onwelvoegelijke kreten enige verandering in de annuleering zouden kunnen brengen. Dit zijn niet de juiste supporters. De Zwaluwen lieten echter niet los, de bal bleef voor het vijandelijke doel zweeven en een paar minuten voor het einde zorgde Cees Anema voor den gelijkmaker, tot groote vreugde van de vele toeschouwers. Direct daarop floot de scheidsrechter finish en allen trokken welvoldaan stadswaards.


Een week later was de belangstelling voor de competitiewedstrijd Zwaluwen - FVC IV echter veel te groot.
Ruim 2000!!! toeschouwers probeerden een plaatsje rond het veld te vinden. Door de enorme toeloop stond het publiek regelmatig in het veld en liep tussen de doelpalen door. Een gegeven dat scheidsrechter Verhoef uit Leeuwarden niet tolereerde en de wedstrijd een paar keer onderbrak om het publiek van het speelveld te laten verwijderen. Ook de belangstelling van de lokale pers was opvallend omdat niet Anne Stelman maar hoofdredacteur Aalbers personlijk aanwezig was en een uitgebreid verslag in de Franeker Courant plaatste.

De stapels hout rond het veld werden soms als tribune gebruikt. Maar bij regen werden die glad en niet iedereen kwam er zonder kleerscheuren vanaf. De houthaven achter het westelijk doel zorgde steevast voor oponthoud van de wedstrijd. De club beschikte maar over een wedstrijdbal en een trainingbal. Bij ieder schot op doel hoger dan drie meter belandde de bal in het water. In de ijver om de bal weer uit het water te halen ging het wel eens mis. Zoals op 15 april 1930 toen FRENO tegen de pas opgerichte voetbalclub Bolswarder Boys speelde. In de vrij ruw gespeelde wedstrijd “geraakte een der Bolswarder spelers te water in de vaart achter het doel toen dezen onfortuinlijken manspersoon de in het water geschoten bal op het drooge trachte te brengen. Directe hulp werd gebooden door den heer Henk van Breukelen maar in alle consternatie werd de bal vergeten uit de vaart te halen.”

De Zwaluwen wordt Freno

Omdat de inbreng van spelers uit Franeker steeds groter werd en het voetbalveld nu in Franeker lag, gingen er steeds meer stemmen op om de club in Franeker te vestigen. Het kwam dan ook niet als een verrassing dat besloten werd om op 7 maart 1930 een bijzondere ledenvergadering te houden in lunchroom 't Centrum.
Naast het voltallig bestuur waren er 17 leden aanwezig. Er werd een nieuw bestuur gekozen waarin twee leden uit Schalsum zitting kregen. Na stemming werd het bestuur uit de volgende personen samengesteld. Voorzitter Romke Cats, penningmeester Cees Anema, commissaris Rienk Anema, vice voorzitter Arnold Merckx en secretaris Paul van den Hoek. Verder werd er een elftalcommissie samengesteld en een kascommissie. Ook werd er een nieuw clubreglement opgesteld. Punt 6 op de agenda was van groot belang. De KNVB had laten weten dat de naam Zwaluwen niet geregistreerd kon worden omdat er al een club met die naam was. Er volgde een rumoerige praatsessie en pas tegen middernacht viel er een beslissing. Er zouden vier namen naar de bond worden gestuurd en die moest maar bepalen welke naam geschikt was. Uit de vier namen, The Swallows, Franeker, FSC en FRENO (FRaneker EN Omstreken) koos de bond de laatste omdat die het meest aansprak. In de rondvraag was het onder andere Tjerk Posset die de aandacht vroeg. Hij vroeg het bestuur om de heer Bonnema, speler van Zwaluwen II, enige reisvergoeding te geven omdat hij buiten zijn schuld in Makkum was achtergebleven na de wedstrijd tegen Makkum I. Pas in Harlingen kwam men er achter dat Bonnema niet in de bus zat. Volgens Tjerk Posset was Bonnema in het café op zoek gegaan om zijn behoefte te doen en omdat er geen klok in het café hing was hij daar niet op tijd van terug gekeerd. Na wat gemor kreeg Bonnema zijn reisgeld terug. Het voorstel om aanvraag voor koninklijke goedkeuring werd aangehouden omdat de financiële situatie van de club dat nog niet toeliet.
FRENO zou met twee elftallen de nieuwe competitie ingaan en lunchroom 't Centrum werd het clublokaal. Er werd besloten om een subsidieaanvraag van 200 gulden te doen bij de gemeente, te besteden aan opknappen van het veld en doelnetten. FRENO begon met 44 leden en 77 donateurs, de clubkleuren werden geel met zwart; een geel shirt met zwarte baan.

Seriewedstrijden op Fristho terrein
Nu er eenmaal een voetbalclub in Franeker was en de publieke belangstelling erg groot, moest er ook iets gedaan worden om de laatste maar niet de minste tegenstanders over de streep te trekken. Daarbij werd vooral aan de gemeente cq een sportveld gedacht.
Na bestuurlijk overleg en het vinden van enkele sponsoren werd besloten om op 21 april 1930 tweede paasdag een voetbaltoernooi te houden. Deze zogenaamde paas-seriewedstrijden zouden uitgroeien tot een traditie die tot buiten Friesland bekend en geroemd werd. Of het zeer succesvol verlopen toernooi een bijdrage heeft geleverd aan de beslissing van B&W om in Franeker een sportveldencomplex aan te leggen, is niet vast te stellen. Feit is wel dat op 29 september 1930 de raad voor de aanleg van het sportcomplex stemde in plaats van een stadspark. Ook de subsidie aanvraag werd toegekend.

Het aankomende paastoernooi was het gesprek van de dag. Door middel van voorbeschouwingen en advertenties in de Franeker en Leeuwarder Courant werd het publiek warm gemaakt voor dit evenement. Opvallend was dat in het, volgens redacteur Aalbers, anders zo rustige Franeker plotseling allerlei activiteiten voor de paasdagen werden georganiseerd. Er was muziek en dans; kritevoorstellingen en bioscoopvoorstellingen. En natuurlijk de serie of vier steden toernooi op het terrein achter de FRISTHO. En al zat het weer niet mee, het werd een succes volgens het verslag van Piet Steltman.

Een week later speelde FRENO in Menaldum op het M.V.V. toernooi. Dit toernooi werd gehouden ter ere van de op 12 februari 1930 opgerichte Menaldumer Voetbal Club, die korte tijd later de naam veranderde in Foarut. De finale tegen GAVC leverde Freno de winst op. Ook bij de jeugd begon het voetbal te leven en middels de scholen werden er jeugdteams geformeerd, die onder de naam Frisia wedstrijden speelden. In mei werden er diverse wedstrijden tegen schoolelftallen uit Harlingen en Leeuwarden gespeeld. Ter afsluiting van de competitie werden op 27 mei een aantal vriendschappelijke wedstrijden gespeeld tussen Vitesse (Leeuwarden), HZC, Jong Frisia (Leeuwarden) en FRENO. De Zwaluwen hadden het in de eerste helft van de competitie moeilijk. Er werd te weinig gescoord en dus te vaak verloren. Maar in de tweede helft ging het, als FRENO, een stuk beter. Opmerkelijk was dat tegen sterker geachte tegenstanders en de kampioenskandidaat goede resultaten werden behaald. De Zwaluwen/FRENO speelde in de 3e klasse FVB en eindigde op de derde plaats met 30 goals voor en 39 tegen in 14 wedstrijden. GAVC uit Grou werd kampioen.

De voetbal serie-wedstrijden op tweeden Paaschdag door onze vereeniging Freno georganiseerd, hadden met de weersgesteldheid (koud en af en toe een regenbui) beter kunnen treffen. Doch zijn niette-min uitstekend geslaagd. De wedstrijden als zoodanig gaven over 't geheel gezien goed, soms mooi spel te zien en verliepen in den besten verstandhouding, terwijl de leiding van de heeren v.d. Mey en Zijlstra uitstekend was, ook van den kant van het publiek was er zoowel des morgens als des middags een flinke belangstelling. Wel zouden er bij gunstig weer ongetwijfeld een paar honderd meer toeschouwers zijn geweest, doch ook nu blijft er vermoedelijk nog een batig saldo over voor de Freno kas. Het terrein was aanvankelijk in uitstekende conditie, werd later echter onder den invloed van den regen glibberig en modderig, wat echter op het spel geen al te slechte invloed had. Het verloop der wedstrijden was als volgt: Freno I - Rood Geel IV, 2-1. De rust ging in met 1-0, waarbij door Freno enkele mooie kansen waren gemist. Door een blunder van keeper Oepie Vellinga werd het in de tweede helft 1-1, welke stand tot het einde bewaard bleef. De wedstrijd werd verlengd met 7 minuten. Freno had het voordeel van den wind, was weer steeds iets in de meerderheid, welke werd uitgedrukt in een doelpunt na een scrimmage. Toen de bal van de paal terug stuitte, wist Paul v.d. Hoek hem handig in te koppen en de ruim 1000 supporters hieven na dezen eerste zege een luid gejuich aan. CAB III - Sneek III, 1-0. De Sneekers gaven goed partij, doch voor het doel was het telkens mis. Hun voorhoede miste goede schutters. Rood Geel IV - Sneek III, 4-2. Sneek was ook ditmaal niet gelukkig, miste o.a. tweemaal een penalty, terwijl een zijner spelers al na 3 minuten de bal in eigen doel trapte. Op deze wijze won Rood Geel de medaille voor het snelste doelpunt. Was er van opzet misschien sprake? Freno I - CAB III, 2-1. Een heel mooie wedstrijd, niettegenstaande men aan beide zijden moe werd, ook doordat het terrein steeds zwaarder te bespelen werd. Vooral het fraaie combinatiespel van Freno viel te bewonderen. Beide doelpunten werden door Wietse Fortuin gemaakt. Dit fraaie eindresultaat verwekte natuurlijk groot enthousiasme en de mooie overwinning van Freno, die hiermee z'n eerste stoffelijke zegeteekenen heeft veroverd, zijn een felicitatie waard. De uitslag was dus als volgt: Freno Iste prijs (lauwerkrans) met vergulde zilveren medaille voor het technisch hoogst staand spel. CAB III te Bolsward 2de prijs, zilveren lauwertak. Rood Geel IV te Leeuwarden 3de prijs, zilveren lauwertak met zilveren medaille voor het snelste doelpunt en voor de hoogste score. Sneek III de 4de prijs, zilveren medaille. Na afloop werden de prijzen met een toepasselijk speechje uitgereikt door den heer Steegstra, voorzitter van de technische commissie, terwijl de heer Romke Kats als voorzitter van Freno allen, die hadden medegewerkt tot het welslagen van den dag, hartelijk dank zei.
  
Stadspark of voetbalterrein

Nu er in Schalsum een voetbalclub was met een eigen speelveld werden B&W en de raadsleden niet helemaal ongevoelig meer voor de verzoeken uit de bevolking om zich wat positiever op te stellen voor de aanleg van een goed sportterrein in een stad met ruim 8000 inwoners.

Situatie voor bestemmingsplan sportcomplex

B&W en de commissie voor Lichamelijke Opvoeding dachten aan een gecombineerde aanleg van een stadspark, een ijsbaan en een algemeen sportterrein. De parkcommissie, welke zich bezighield met de voorstellen tot aanleg van een stadspark op gemeentegrond hadden moeite met het idee van de andere commissie, temeer daar deze commissie het geopperde stuk grond eveneens voor haar doelstelling had verkozen. Het ging om een stuk bouwland bij de Brouwersvijver aan de Hertog van Saxenlaan. Het zogenaamde 'spaarbankland'. De commissies betwistten elkaars recht, op dit terrein. Pas op 29 augusus 1930 werd door B&W besloten om geen park maar een sportvelden complex aan te leggen. 
Voordat op 29 augustus 1930 de raad het advies van B&W opvolgde om een sportveldencomplex aan te leggen in plaats van een stadspark, waren er pittige discussies geweest tussen voor- en tegenstanders in de raad. Met name Arnold Merckx Sr. pleitte vurig voor een sportcomplex en met hem de heren Jan Beintema en Gauke de Wind. 

Definitief ontwerp sportcomplex zonder tribune

Burgemeester de Kruyff stond in principe positief tegenover het sportcomplex. Tijdens de raadsvergadering van 15 mei 1930 werden er enkele knopen doorgehakt. FRENO kreeg zijn 200 gulden subsidie ondanks 5egenstemmers met als voorwaarde dat ook andere voetbalverenigingen in Franeker tegen geringe kosten gebruik Definitief ontwerp sportcomplex zonder tribune. van het veld mochten maken. De gemeentegrond nabij de Brouwersvijver kreeg de status van sportcomplex en de raad verleende B&W daarvoor 10.000 gulden krediet. 
Enkele raadsleden raakten hierdoor zo van de kook dat de vergadering enige tijd geschorst moest worden. De leden waren echter zo van slag dat er besloten werd om op 1 juli een extra vergadering te houden. Burgemeester De Kruyff gal hierin de uiteenzetting waarin hij vond dat met de aanleg van een sportcomplex het algemeen belang gediend werd. Op 20 juni gaf hij de gemeentearchitect Van Dorth de opdracht alle voorbereidingen voor de aanleg te starten. 
Hij nam contact op met Van Lonkhuijzen, directeur van de Nederlandse Heidemaatschappij om de zaak in behandeling te nemen en ollertes te maken over de kosten. Na een inspectie van de Heidemij van het Spaarbankland en het alternatief, het gemeenteland naast de Brouwersvijver, was het advies van de Heidemij om het gemeenteland te ontginnen en niet het Spaarbankland. Op 29 augustus maakte burgemeester de Kruyff zijn besluit openbaar. Er kwam een sportcomplex op de gemeentegrond dat hooguit 15.000 gulden mocht kosten en de exploitatie kwam in handen van de gemeente. Bodem voor de uiteindelijke beslissing was het rapport van de Commissie voor Lichamelijke Opvoeding. Het was een erg uitvoerig rapport in voor die tijd ambtelijke taal. Enkele onderdelen zijn het waard om gelezen te worden.

Rapport van de Commissie van Lichamelijken Opvoeding.

                Edelachtbare Heeren

1.Wenschelijkheid van een sportterrein in Franeker.

De Commissie stelt zich op het standpunt, dat het nuttig en noodig is voor onze stad een flink sportterrein te bezitten. De naam 'sportterrein' moge hier eerst nog even worden belicht en nader gepreciseerd. Onder een sportterrein verstaat onze commissie een terrein, dat gelegenheid biedt aan de beoefenaren van alle erkende takken van nuttige lichaamsoefeningen, hunne spelen en oefeningen daar te houden, dat tevens aan de leerlingen der diverse scholen de mogelijkheid opent, (bij de naderende algeheele verplichting van volledig gymnastiekonderwijs, openluchtspel en gymnastische oefeningen onder leiding der aangewezen leerkrachten te houden, kortom een terrein, dat het mogelijk zal maken, dat het onderwijs in lichamelijke oefening (zowel aan de leerplichtige, als aan de z.g. rijpere jeugd van 14 tot + 20 jaar) zal kunnen medewerken aan het doel van intellectueele en moreele opvoeding: ‘het kweeken van een gezonde ziel in een gezond lichaam'. 
Mede moet dit terrein voor lichamelijke opvoeding aan de beoefenaren van de meer vrijere vormen van beweging (kaatsen, voetballen, korfballen, tennissen) de plaats verschaffen, waar ze hun oefen- en wedstrijdspelen kunnen doen plaats hebben. 
Het inrichten van een dergelijk terrein eischt financieele offers, maar het mag worden geconstateerd, dat dit kapitaal goede rente zat afwerpen in den vorm van verhoogde levenskracht, meerdere gezondheid, gunstiger evenwicht tusschen verstandelijke en lichamelijke opvoeding bij het opgroeiend geslacht. 
Tevens kan op grond van vele ervaringen elders worden gewezen op het feit, dat de wedstrijdspelen der vrijere vormen van lichaamsbeweging (de zg. sport) een dergelijke mate van publieke belangstelling genieten, dat (na de moeilijke kinderjaren) een aan vele eischen voldoend, niet te schriel opgezet ,sportterrein' de renten van het stichtingskapitaal kan dekken: (zelfs matige aflossing daarin begrepen).

II.Welke zijn de minimum afmetingen van een algemeen sportterrein? 
Onder deze noemer noemt de commissie een aantal voorbeelden uit de praktijk, zoals: A. de afmetingen van de technische speelvelden (bij voetballen b.v .70 M. bij 101 M.). C. waar de wintersporten (speciaal voetballen) de grasmat grondig vernielen, moet het sportterrein voldoende, groot zijn om aan de zomersporten (turnen, athletiek, kaatsen, tennissen) gelegenheid van beoefening te geven. D. voor het voetbalspel is niet alleen een „matchterrein” nodig, waar de wedstrijden voor Friesche of Nederlandsche Bond gespeeld worden, maar ook, (zij het ook van kleinere en bescheiden afmetingen) een z.g. oefenveldje. 
Het totale sportveldencomplex wordt dan ook geschat op 170 meter lang en 155 meter breed en moest er als volgt uitzien: A. een matchveld voor voetbal met verlengde ronde bochten voor zomersporten, een en ander omgeven door een loop of athletiekbaan. B. een oefenterrein voor voetbal, korfbal en tennis, alsmede een terrein voor openluchtbijeenkomsten, bergplaatsen, kleedkamers enz. 


Als bijlage had de commissie tekst en plaatsjes betreffende een sportcomplex in Clausthal uitgeknipt uit het Duitse boek "Athletik” van dr. Conrad Krümmel. Daarnaast was de commissie op bezoek geweest in het sportpark van Sneek, Bolsward en Harlingen en had van de gementearchitecten een begroting gekregen. De totale oppervlakte van het Franeker sportcomplex was 31850 m2. En moest er zo eenvoudig en sober mogelijk uitzien. Wel enkele kleedkamers voorzien van wasgelegenheid en een opberghok voor spelmateriaal en turntoestellen, maar geen tribune. Dit zogenaamde spaarbankland 

grensde ten zuiden en westen direct aan de Sexbierumervaart, maar was geen eigendom van de gemeente. 
Mocht de keuze van het Gemeentebestuur op het Spaarbankland vallen dan zouden de inrichringskosten van dit terrein ongeveer bedragen -volgens systeem Sneek: drainage en egalisatie | f 23887.50, Planting wilgenhout f 500. -, Kleedkamers, bergplaats, 2 WC.'s en 3 urinoirs f 1750.Afrastering hoofdveld f 1000.- , Aanleg waterleiding f 120.-, Onvoorzien f -- Volgens systeem Bolsward: drainage en egalisatie f 9555, *Pompstation f 1000.-, Planting wilgenhout f 500.-, Kleedkamers, bergplaats, 2 WC.'s en 3 urinoirs f 1750.- , Afrastering hoofdveld | 1000.- , Aanleg waterleiding f 120.- , Onvoorzien f -:-. De koopprijs (ruilingsprijs) zal komen op 8 xf 1250 = f 10.400.
het pompstation was nodig voor een gesloten drainagesysteem.
Het terrein aan de Dongjumerlaan, eigendom van de gemeente, was iets kleiner (22300 m) maar voldeed nog net aan de minimum eisen. Nadeel was dat het ten zuiden direct grensde aan de erven van de bewoners van de Noorderbleek, alleen gescheiden door een sloot. Wederzijdsche last en ongerief zijn hier zeer moeilijk te voorkomen. Voor de afwatering is dit land ongetwijfeld gunstig gelegen. Het valt meer te bejammeren, dat dit terrein niet 10 M. langer en 10 M. breeder is. Door de belendende erven is, zooals gezegd, de ligging als sportterrein niet gunstig te noemen. De kosten voor dit land waren gelijk alleen de drainage en egalisatie volgens systeem Sneek 1 16725 en volgens systeem Bolsward f 6600. Het zij onze commissie vergund als haar pertinente meening hier naar voren te brengen, dat het Spaarbankland, ondanks de meerdere kosten, verre de voorkeur verdient boven het z.g. Gemeenteland, en om de grootere afmetlngen, en om de vrije ligging, ook ten opzichte van den openbaren weg. 
De kosten van het sportcomplex in Sneek en Bolsward waren betaald door de weesvoogden die ook de exploitatie in handen hadden. De gemeente hier wilde geen beroep doen op diverNe stichtingen binnen Franeker en de exploitatie zelf in handen houden. De jaarlijkse huurprijzen waren al vastgesteld op 55 gulden voor de kaatsvereniging “Jan Bogtstra”, 35 gulden voor de kaatsvereniging “De Bleek” en een zelfde bedrag voor G.V. Olympia, het geneeskundiy gesticht moest 50 gulden betalen, de arbeiderssportbond 30 en het AJC 15 gulden. TRENO zou hetzelfde moeten betalen als voor het terrein achter de FRISTHO, namelijk 250 gulden per jaar. Er mocht door de sportclubs gezamenlijk voor maximaal 100 gulden reclame aan de binnenzijde van de afrastering worden geplaatst. (In Sneek bracht dit jaarlijks 800 gulden op.) De reclame mocht echter niet kwetsend of aanstootgevend zijn. 
Het departement Franeker van de maatschappij tot nut van het algemeen kwam met de gemeente tot een principeakkoord over het dekken van het exploitatietekort voor de eerste vijf jaar en zorg voor de kosten van de aanleg van een oefenveld voor het voetbal. De toekomst voor het clubvoetbal in Franeker zag er in eens een stuk rooskleuriger uit.

 

Wordt snel vervolgd……

Bron: SC Franeker 75 jaar voetbal
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!